De grote vraag aan jou is ‘Ben jij iemand die je kunt vertrouwen?’. Maar dan ook echt. Ben jij iemand waar een ander zich veilig kan wanen? Dat betekent dat je oprecht en liefdevol met de ander omgaat, dat je eerlijk bent, dat je jouw grenzen helder aangeeft, dat je datgene wat je in vertrouwen wordt verteld niet toch doorvertelt, dat je beschikbaar bent wanneer een ander je nodig hebt enzovoorts. In de eerste vraag van deze week heb je voor jezelf opgeschreven wat jij onder vertrouwen verstaat.
Iemand vertrouwen is een hele kunst. ‘Ik vertrouw jou’, zegt je dan. Wanneer je zegt iemand te vertrouwen, dan zeg je dus eigenlijk ‘Ik voel me veilig bij jou’. Voel je het verschil dus beide zinnen? Voelt toch anders he?
Het is een groot goed. Betrouwbaar zijn en betrouwbaarheid aannemen. Mensen vinden het moeilijk elkaar te vertrouwen. Dat komt voornamelijk omdat we in onze jongste kinderjaren teleurstellingen hebben opgelopen die ons voorzichtiger maken. Soms niet onterecht. Als je het moeilijker bent gaan vinden om iemand anders te vertrouwen, dan kan het gebeuren dat je voorwaarden aan een ander stelt alvorens je zegt ‘Ik vertrouw jou’. Vaak doen we dit in de vorm van controle. En dat kan de meest subtiele vormen aannemen. Daarom is het goed om nog bewuster te kijken naar de volgende vraag.